Roran Hawkins: WAAAAAAAAAAAAAAT
Devil Wolf: Damn, zo te zien hebben jullie een leuke RP opgezet. Goedkoop en laag als ik ben, vraag ik hier of er nog een mogelijkheid is om mee te doen. Heb nu toch vakantie en in de toekomst tijd zat om mee te doen, dus ik denk dat hieraan meedoen geen problemen moet vormen.
Om eerlijk te zijn heb ik hem nog niet helemaal doorgelezen, maar dat ga ik zo doen. Ik verbaasde mij al dat er nog een RP gaande was hier. Maar genoeg gezwetst, tijd om weer in de RP te komen .
* Jezze begint met het lezen van het complete rollenspel tot in de kleine uurtjes
Poopbutt: cool
Roran Hawkins: YYYYYYYYYYYYYYYYYYYEAH
Devil Wolf: YEAH
Roran Hawkins: Those viking rats are training a secret cyborg whore army!
Roran Hawkins: No soldiers can resist them!
Devil Wolf: x
Devil Wolf: xD
Poopbutt: nou
Devil Wolf: genoeg gekkigheid
Poopbutt: je zit er niet ver van af
Naam | Esstan Mysonu Taiean'rt | |
Roepnaam | Esstan of Ess | |
Geslacht | Mannelijk | |
Leeftijd | 49 | |
Herkomst | Tralas, hoofdstad van Iros. Familie kwam van origine uit Daernis. | |
Uiterlijk | Qua uiterlijk ziet hij er oud uit voor zijn leeftijd, gebruind van ouderdom en de zon, maar toch nog in aardige conditie. Hij is aardig klein, zo'n 165 centimeter. Zijn hoogblonde haar begint al goed te grijzen en hij vertoont duidelijke tekenen van ouderdom. Heeft diep-blauwe ogen en sinds zijn ontsnapping een aardige baard laten groeien. Hij heeft ook een grote brandplek op zijn rug, in de vorm van een kruis. Zie hier: | |
Beroep | Was een jaar geleden een succesvolle kolonel in dienst van Iros, dienend onder generaal Arot bij de 2e compagnie. Daar voer hij onder andere de Schaduwgarde aan, een codenaam voor een groep soldaten die vaak over de grens van Rindar opdrachten uitvoerde. | |
Wapens | Een dienst-zwaard, waarin het embleem van het 2e staat gegraveerd. | |
Bepantsering/Kleding | Een medaillon met zijn familie met familiewapen. Draagt versleten kleren. | |
Uitrusting | Als eerder beschreven, een dienstzwaard en versleten kleren. | |
Vaardigheden | Grote kennis van tactieken, strategie en oorlogsvoering. Verder bekwaam in het rijden te paard, vechten met de lans op het paard en vechten met een zwaard en schild te voet. Tevens heeft hij een goede kennis van handel en politiek met betrekking tot Rindar en Iros. | |
Persoonlijkheid | Introvert, ambitieus, nuchter, autoritair, talentvol en bescheiden zouden Esstan goed beschrijven. Door zijn introversie en ambitie heeft hij zichzelf gedreven tot het uiterste, door zijn autoriteit en leiderschap heeft hij zich bewezen als een goede kolonel, door zijn talent en bescheidenheid werd hij beschouwd als één van de beste, hoewel de autocratische kliek hem als een buitenbeentje beschouwde. Dit had ook te maken met zijn introverte persoonlijkheid. Zelfs als hij werd geaccepteerd door de autocraten, wist hij zichzelf vaak minder populair te maken of zelfs buitengesloten. Dit had ook te maken met zijn afkomst, waardoor men hem eerder verachtte, dan waardeerde. Het was normaal dat alleen mensen van adel hoge legerposities konden bekleden, maar hier kwam langzaam verandering in toen de oorlog aanwakkerde en de vraag naar getalenteerde aanvoerders groeide. | |
Biografie | Geboren in Tralas, hoofdstad van Iros als de zoon van een handelaar. Zijn familie kwam van origine uit Daernis. Zij waren hier 2 generaties van vertrokken vanwege problemen met een andere familie. Toen Ess nog maar een jaar of 9 was, was hij toeschouwer van een intocht van de legendarische generaal Arot in de stad Tralas. Er ging verhalen rond dat hij met 500 man een leger van meer dan 8.000 had verslagen. Zwaar overdreven natuurlijk, maar desalniettemin was generaal Arot een onovertroffen generaal, zo niet de best presterende van zijn tijd. Op dat moment besloot de jonge Ess om te worden als Arot, een succesvolle generaal die alle andere zou overtreffen. Hij ging in dienst toen hij 18 was, maar kwam er snel achter dat zijn droom bijna onmogelijk zou zijn. Hoge legerposities werden bekleed door mensen van adel, prinsen en andere rijke aristocraten. Maar dit kon hem niet tegenhouden, hij ging bij de 2e compagnie van generaal Arot, tot ergernis van zijn vader die wou dat hij in zijn voetsporen zou treden als handelaar. Eenmaal in het leger bewees Ess zich als een trouwe en loyale soldaat. Hij was gigantisch ambitieus en dreef zichzelf alleen maar verder om beter te presteren. Na 15 dienstjaren was hij al opgeklommen tot Onder-Officier, de hoogste rang die iemand van niet-adel kon bekleden. Ess was toen al opgevallen door generaal Arot. Op dat moment woedde de oorlog hevig tussen de twee naties. Terwijl bijna alle zonen van de edelen werden opgeleid tot officier, was er een groot tekort aan officieren. Het 'Genootschap der Generalen', de naam voor de legerstaf van Iros, besloot daarom om de regel op te stellen dat mensen van niet adellijke afkomst konden doorgroeien tot de officiers rangen. Dit besluit veroorzaakte veel ophef binnen de adellijke kringen, omdat er zeer grote kloof zat tussen de adel en het gewone volk. De adel vreesde dat het leger zwaar te lijden zou krijgen als mannen van niet-adel werden benoemd tot officier of hoger, maar ook omdat zij niet wouden dienen naast zulke mensen. Maar de legerstaf voerde deze maatregel door uit pure noodzaak. De koning stond op het punt het te verbieden, maar liet zich uiteindelijk overtuigen na de bezetting van de havenstad Hiran. Op zijn 33ste, trouwde Ess met Irda, een vrouw uit een klein grensstadje waar hij dat jaar gelegerd was. Irda kwam uit een succesvolle handelaars familie, die er ook wel om bekend stond om het smokkelen met Rindar, maar dat kon Ess niets uitmaken. Ess had het ook bijgelegd met zijn familie in Tralas. Maar al snel daarna werd zijn vader ziek en stierf hij. Hierdoor besloot zijn moeder samen met de twee jongere zonen terug te keren naar Daernis maar dit had ook een geloofsreden. Ess besloot te blijven en kreeg in de loop der jaren twee zoons en een dochter met Irda. De familie Taiean'rt had altijd de goden van Daernis aanboden toen zij in Tralas woonden. Vroeger veroorzaakte dit geen problemen, sinds de Orde van het Licht hier geen verboden op uitoefende en het nog tolereerde. Maar door hun groeiende aanwezigheid en grotere machtspositie begonnen ze meer invloed uit te oefenen en uiteindelijk werden alle andere geloven verboden door de Orde. Dit leidde tot publiekelijke vervolgingen toen de koning de Orde vrij spel gaf en hun openlijk steunde. Dit was een reden dat de familie van Ess het land ontvluchtte. Ess zelf had sinds de openbaring van de Orde zich 'zogenaamd' bekeerd, zodat hij niet vervolgd zou worden. Maar in het geheim was hij nog steeds een trouwe volger van zijn geloof. Alleen zijn beste vriend, Luitenant Pjeter wist hiervan. Na het besluit van de legerstaf, besloot generaal Arot Ess te promoveren tot Officier. Daarmee kwam voor hem de speciale opdracht om de 'Schaduwgarde' te vormen. Deze groep zou het doel hebben om in het geheim missies uit te voeren over de grens. Deze missies bestonden uit het verkennen van vijandelijke legers, het omkopen van mensen, inlichtingen inwinnen of vijanden te elimineren. Succes na succes liet hem promoveren tot de rang van Kolonel. In zijn dienstjaren was Ess gesloten. Hij had praktisch geen vrienden, hij had er ook geen behoefte aan. De enige personen die in vertrouwen nam waren zijn vrouw, generaal Arot en later zijn luitenant Pjeter, die zijn beste vriend werd. Pjeter was geboren in het zuiden van Iros. Zijn familie was een belangrijke adellijke familie van een zuidelijk hertogdom. Toen Pjeter goede vrienden werd met Ess, lieten zijn familie hem vaak weten dat hij zijn familie een schande aandeed door onder een 'plebber' (de scheldnaam voor mensen die niet van adel zijn) te dienen. Pjeter haalde hier altijd zijn schouders onder op en verklaarde dat hij zijn land kon dienen en dat deze plebber beter presteerde dan enig andere man van adel zou doen. Pjeter was één van de eersten die bij de Schaduwgarde was gekomen om te dienen onder Ess. Ess zag potentie in de jongen en maakte hem al snel zijn tweede aanvoerder. Door hun intensieve samenwerking in missies over de grenzen, die vaak levensbedreigend waren, ontwikkelde zich een diepe vriendschap tussen de twee mannen. Ess kon aardig opschieten met de rest van de officieren. Er waren voornamelijk officieren van adel, maar ook een aantal die dat niet waren. Ess genoot groot respect binnen de compagnie, maar buiten de compagnie werd hij vaak bespot en genegeerd door de hogere adel. Ess maakte dit niets uit. De mening van anderen was altijd hun zaak en niet de mijne dacht hij bij zichzelf. In de jaren werd generaal Arot ouder en ouder. Hij had nog geen plannen om af te treden maar begon uit te kijken naar een opvolger voor de 2e compagnie. Hij kondigde aan dat hij binnen het jaar een nieuwe opvolger zou aanwijzen en daarna om af te treden. Ess was toen 47. Er waren 6 kolonels in de compagnie. Elke kolonel voerde een regiment aan en de zesde was verantwoordelijk voor alle andere zaken die kwamen kijken bij de compagnie. Arot liet weten dat hij 3 kolonels geschikt vond, 2 waren van adel en de derde was Ess. In het jaar daarna probeerde de 2 kolonels elkaar af te troeven door in het voordeel te komen bij de generaal. Ess rook zijn kans, generaal, één van de hoogste posities die je maar kon krijgen in het leger. Al snel ging hij nog harder werken om zich te bewijzen. Maar toen sloeg het noodlot toe voor Ess. Ess was altijd trouw geweest aan zijn oude geloof van Daelin, maar moest dit verborgen houden om niet te worden vervolgd worden door de orde. Hij deed zijn gebeden altijd op een afgelegen plek, maar toen hij op een dag op weg ging, wist hij niet dat hij gevolgd werd. Één van de kolonels, Kolonel Isos, die in aanmerking kwam om generaal te worden, was bekend voor zijn achterbakse manieren. Hij was van adel en had er alles voor over om generaal te worden. Hij had daarom een aantal van zijn mannen de opdracht gegeven om de andere kolonels in de gaten te houden, zodat hij precies wist wat de zwakke punten waren van zijn tegenstanders. Hij had dus ook opdracht gegeven om Ess te laten volgen op het ongelukkige moment dat hij op weg was om te bidden. Toen de man het eenmaal gezien had wat Ess deed, ging hij vlug terug naar Isos om verslag uit te brengen. Isos zag dit als de perfecte uitkomst om van Ess af te komen en stuurde een spoedbericht naar de Orde van het Licht. Een dag of twee later stond er een delegatie van een grote groep paladijnen bij het kamp van de Tweede compagnie. Ze verklaarden dat ze hier waren om een ongelovige op te pakken en te vervolgen. Generaal Arot vroeg op zijn beurt wie dat dan wel mocht zijn. Ze verklaarden dat Ess de gezochte man was. Op dat moment kwam Ess net kijken naar het spektakel. Toen hij hoorde dat ze voor hem kwamen werd hij lijkbleek en werd hij geboeid en afgevoerd. Generaal Arot was woedend. Hij eiste dat de Paladijnen vertelden hoe ze aan deze informatie kwamen en hoe het hun bezielde om een Kolonel, die publiekelijk bekeerd was, te arresteren op zo'n belachelijke eis. De Paladijnen verklaarden op hun beurt dat een ooggetuige Ess had gezien en heidense goden had aanboden, de goden van Daelin. Ze lieten hem ook de kleine plek zien, verborgen in een kleine grot waar Ess vaak heen ging om te bidden. Ess wist dat zijn laatste uur had geslagen. Ess werd gebrandmerkt met het teken van een heiden en opgesloten in de kerker, wachtend totdat zijn straf zou worden voltrokken. Pjeter kwam laaiend de tent van de generaal binnen toen hij hoorde dat Ess gearresteerd was. Hij vond dat ze hem met geweld moesten bevrijden en de Paladijnen uit hun kamp moesten schoppen. De oude generaal schudde zijn hoofd. Hij vertelde dat tegen de Paladijnen ingaan gelijk stond aan de doodstraf en hij hun oordeel moest respecteren. Hij promoveerde Pjeter die avond tot kolonel en aanvoerder van de Schaduwgarde. Ook gaf hij Pjeter een stille hint. “Vanavond, word er nieuwe wijn geserveerd. Ik wil dat jij en een aantal mannen niets drinken en jullie ogen openhouden. Houd dan een oogje in het zeil op de gevangenis. We willen niet dat onze gevangen kolonel ontsnapt.” Hij keek Pjeter doodserieus aan. Pjeter buigde diep en verliet de tent weer. Hij had de hint begrepen. Die avond kwam er een man bij de gevangenisbewaarders. Hij zag eruit als een buitenlandse handelaar. Hij biedde hun wijn aan die hij over had, want, zoals hij zei, het zou zonde zijn om het weg te gooien. De gevangenisbewaarders stemde hem groot gelijk en dronken de wijn op die de man hen had gebracht. Pjeter glimlachte onder zijn neppe snor en baard, toen hij het luide gesnurk hoorde. Hij viste de sleutels van de riem van een bewaarder en sloop naar de cel waar Ess zat. Ess was in de wolken toen hij Pjeter zag. Hij had het al opgegeven en dacht dat zijn laatste uur geslagen had. Pjeter vertelde hem het plan dat ze in gedachten hadden voor zijn ontsnapping. Later vannacht zou er een afleiding zijn, de wachters zouden wakker worden en in de war zijn. Maar ze zien jou nog in de kerker zitten, maar wat ze niet weten, is dat jij een sleutel hebt. Hij gaf Ess de sleutel van zijn cel. Als je kans schoon ziet sluip je naar buiten, neem je de geheime tunnel, Pjeter wees naar het uiteinde van de gang. Daar zat een paneel dat je indrukte er een doorgang kwam tot een tunnel. Pjeter vertelde dat daar een paard met voorraden zouden staan, zodat Ess zich snel uit de voeten kon maken. Wij zullen ervoor zorgen dat de wachters het hebben verprutst, zodat jij kan ontsnappen. Ess knikte en bedankte Pjeter uit het diepst van zijn hart. Er was nog hoop voor hem uiteindelijk. Later die nacht klonk er een keiharde knal in de voorraad tent van het kamp. Iedereen schrok wakker en zo ook de gevangenisbewaarders. Verbaasd hoe ze allemaal in slaap waren gevallen, vroegen ze zich af of dit een ontsnappingspoging was. Maar toen ze in de kerker keken zat Ess daar nog. De bewaarders zuchtten diep en kwamen er later achter dat de voorraadtent was ontploft. De wachters waren nog lui van de wijn en besloten dat ze Ess wel alleen konden laten. Hij ging toch nergens heen in deze cel en hij zag eruit als een lijk, dus hij kon toch nergens heen was hun gedachtegang. Toen ze eenmaal in de wachtkamer zaten. Stond Ess zachtjes op. Hij pakte de sleutel uit het binnenste van zijn mondhoek die hij daar verstopt had en opende zijn deur geluidloos. Hij sloop naar het eind van de gang, zocht in het donker naar het paneel. Hij voelde een kleine uitsteek in de muur en zette er kracht op. Het paneel drukte een klein stuk in de muur, waarna er geluidloos en stuk muur aan de kant schoof, niet groter dan een kruipruimte. Hij keek nog snel om zich heen, en kroop de tunnel in. Na zeker 20 minuten kwam hij buiten het kamp aan. Daar stond een paard met zadeltassen verscholen. Hij trok snel wat kleren aan, vond dat zijn zwaard er ook was, gespte deze om en vond ook een brief tussen de spullen. Hij was geschreven in de codetaal die de Schaduwgarde dikwijls gebruikten. Hij kwam van Pjeter, hij wenste hem veel geluk en hij zou alles doen om zijn naam te zuiveren. Hij vertelde Ess ook dat hij zich geen zorgen moest maken over hun, als de Orde hoorde dat Ess was ontsnapt. De Schaduwgarde zouden ervoor zorgen dat de ontsnapping de schuld was van de wachters. Pjeter vermelde ook dat hij ervoor zou zorgen dat zijn gezin veilig zou zijn, want de Orde zou daar zeker kijken. Ess stapte op het paard en reed zo hard als hij kon naar zijn huis in de stad, waar zijn vrouw en kinderen zaten. Hij maakte ze s'nachts wakker, vertelde hen wat er gebeurd was. Hij liet hun weten dat Pjeter later vannacht zou komen om ze in veiligheid te stellen. Ze zouden naar een plek gaan die Ess niet kende. Des te beter dacht hij bij zichzelf, als ze me ooit pakken kan ik ze nooit verraden. Na een emotioneel afscheid stapte hij weer op het paard en reed hij de nacht in. Hopend dat zijn familie veilig zou zijn en bedenkend wat hij zou gaan doen. |
Roran 13 said:GVD Jezze! Dit is het infotopic, de RP doe je in het andere D:
Niiiiiiiice
Devil Wolf: Ilse komt er toch achter
Hamlet: seksscene tussen Abel en Richard
Devil Wolf: en word een lange tijd razend op richard en zweert eewige....EEEEUUUUWWWWWW
Hamlet: hell yeah
Devil Wolf: **** nee xD