Jome
Aramos was het niet gewend om op een bed te slapen, hij prefereerde een zachtere ondergrond zoals bijvoorbeeld zand of aarde. Hij woelde de hele nacht heen en weer en besloot toen maar op te staan. Hier was geen doen aan. Hij gebaarde naar zijn Malak dat die moest blijven liggen, waarop een korte grom klonk en hij weer in slaap viel. Hij pakte de deurklink vast en trok hem naar beneden. Toen begon hij door de burcht te dwalen. Hij had nog nooit zoiets gezien, maar vanwege de toestand na de aanval van de paladijnen en omdat niet alles was opgeruimd, was hij niet echt onder de indruk. Architecten uit het westen sporen niet.. Hij kwam uiteindelijk uit bij twee grote deuren. Toen hij naar binnen stapte rook hij de geur van boeken. Mmhm.. dat rook altijd heerlijk, naar kennis. Hij begon door de boeken te neuzen. Er zat niet veel interessants bij. Hij zuchtte. Boeken uit het westen zijn ook al zo saai.. Hij opende zijn tas en nam een scroll eruit. Hij legde hem open op de tafel en begon hem te bestuderen.
Hey, wie ben jij! Een man stond met getrokken zwaard achter Aramos. Aramos had hem al aan voelen komen, omdat vanwege zijn aantrekkingskracht naar zand, een klein beetje zand op de grond lag. Het maakte hem niet zoveel uit, want het hielp hem met uitkijken naar vijanden, maar meestal waren de mensen waar hij langs ging er niet zo blij mee. Aramos.. kind van het zand. En jij? Ach, niet dat het uitmaakt. Zonder zich om te draaien kwam er een lange sliert zand uit zijn flacon. Razendsnel greep het de man bij zijn armen en beide voeten waarna de man zijn zwaard liet vallen. Wa-wat! Help! HELP ME TOCH, IEMAND! Aramos raakte lichtelijk geirriteerd en een vijfde sliert bewoog zich over de man zijn mond. Mhhh! Mhhhhhhh! Dat was beter.. stilte. De man werd hoger en hoger getild in de lucht waarna een van de slierten zich naar zijn mond begaf..
Langzaam maar zeker baande het zand zich een weg door zijn lichaam.. Aramos, stop daarmee. Een kalme stem beval hem te stoppen. Aramos raapte zijn scroll op en stak hem weg, waarna hij zich omdraaide. Het was Halt. Ik wist dat je er was, Halt. De man kwam stilletjes uit de schaduw gelopen. Hm. Halt was lichtelijk verbaasd dat hij hem al had gevoelt. Kijk maar op de grond. Het zand staat in connectie met mijn lichaam. Terwijl Aramos dit zei ging het zand steeds verder de man zijn lichaam in. Oké. Laat hem los, dan praten we verder.. Aramos besloot de man los te laten, waarna hij op de grond viel. Echter was het zand zo snel van zijn lichaam verdwenen dat het een soort schuurpapier reactie vormde. De man had enkele schaafwonden aan zijn enkels en polsen. Toen de man op de grond lag begon hij gelijk over te geven.. een grote berg zand kwam uit de man zijn mond. Daar houd hij nog wel even last van.. Aramos liep naar de man toe en veegde wat van de man zijn bloed aan zijn vinger, waarna hij er een streep mee zette boven zijn oog. Het was een dunne streep, maar groot genoeg om te zien dat er wel een streep zat, en dat het een streep was gezet met bloed. Trek voortaan je zwaard niet voordat je weet wie je tegenover je hebt, idioot. Aramos liep langs Halt, die hem even nakeek en daarna de man overeind hielp terwijl die nog meer zand op kotste. Aramos moest even grijnzen en liep terug naar zijn kamer, waar hij zijn eigen bed vormde van zand. Hierna sliep hij lekker de hele nacht door.
Hey, wie ben jij! Een man stond met getrokken zwaard achter Aramos. Aramos had hem al aan voelen komen, omdat vanwege zijn aantrekkingskracht naar zand, een klein beetje zand op de grond lag. Het maakte hem niet zoveel uit, want het hielp hem met uitkijken naar vijanden, maar meestal waren de mensen waar hij langs ging er niet zo blij mee. Aramos.. kind van het zand. En jij? Ach, niet dat het uitmaakt. Zonder zich om te draaien kwam er een lange sliert zand uit zijn flacon. Razendsnel greep het de man bij zijn armen en beide voeten waarna de man zijn zwaard liet vallen. Wa-wat! Help! HELP ME TOCH, IEMAND! Aramos raakte lichtelijk geirriteerd en een vijfde sliert bewoog zich over de man zijn mond. Mhhh! Mhhhhhhh! Dat was beter.. stilte. De man werd hoger en hoger getild in de lucht waarna een van de slierten zich naar zijn mond begaf..
Langzaam maar zeker baande het zand zich een weg door zijn lichaam.. Aramos, stop daarmee. Een kalme stem beval hem te stoppen. Aramos raapte zijn scroll op en stak hem weg, waarna hij zich omdraaide. Het was Halt. Ik wist dat je er was, Halt. De man kwam stilletjes uit de schaduw gelopen. Hm. Halt was lichtelijk verbaasd dat hij hem al had gevoelt. Kijk maar op de grond. Het zand staat in connectie met mijn lichaam. Terwijl Aramos dit zei ging het zand steeds verder de man zijn lichaam in. Oké. Laat hem los, dan praten we verder.. Aramos besloot de man los te laten, waarna hij op de grond viel. Echter was het zand zo snel van zijn lichaam verdwenen dat het een soort schuurpapier reactie vormde. De man had enkele schaafwonden aan zijn enkels en polsen. Toen de man op de grond lag begon hij gelijk over te geven.. een grote berg zand kwam uit de man zijn mond. Daar houd hij nog wel even last van.. Aramos liep naar de man toe en veegde wat van de man zijn bloed aan zijn vinger, waarna hij er een streep mee zette boven zijn oog. Het was een dunne streep, maar groot genoeg om te zien dat er wel een streep zat, en dat het een streep was gezet met bloed. Trek voortaan je zwaard niet voordat je weet wie je tegenover je hebt, idioot. Aramos liep langs Halt, die hem even nakeek en daarna de man overeind hielp terwijl die nog meer zand op kotste. Aramos moest even grijnzen en liep terug naar zijn kamer, waar hij zijn eigen bed vormde van zand. Hierna sliep hij lekker de hele nacht door.