Ja, je leest het goed. Een RP over het stenen tijdperk, zo'n 20.000-30.000 jaren voor Christus. Ik heb net de boeken van de aardkinderen van Jean M. Auel gelezen, en het is een vreselijk interessante tijd.
Wij gaan het in het bijzonder over Europa hebben. Afrika is ongeveer zoals het nu nog steeds is, maar dan met andere dieren etc. Europa is veel interessanter door het klimaat.
De wereld:
-Het is de laatste ijstijd, half Europa (het Noorden dus) ligt onder een kilometerdikke gletsjer, net als het grootste deel van alle gebergtes in het Noorden.
-Door de gletsjer, die steeds verschuift en zich verplaatst, letterlijk een rivier van ijs, schuurt het gesteente eronder af. Hierdoor ontstaan er nieuwe soorten gebieden.
-Er zijn vooral steppes van gras, en löss steppes. Löss is tot stof vermalen gesteente door de gletsjers, en door de wind over hele vlaktes verspreidt.
-Er zijn weinig bossen, waardoor er heel veel grotere diersoorten zijn.
-Tijdens de winter ligt er praktisch overal sneeuw. Iedereen blijft dan binnen in de grotten of vroege nederzettingen. Alleen op de noordelijke löss steppen komt er zelden sneeuw. Veel hoefdieren of dieren die niet in sneeuw kunnen leven komen 's winters naar de löss steppen.
De bewoners:
-Er zijn 2 soorten mensen:
Neanderthalers en Homo Sapiens.
Neanderthalers zijn veel steviger gebouwd, hebben gebogen knieën, een ietwat voorovergebogen bouw, heel sterk, maar kunnen hun armen niet helemaal ronddraaiden (belemmering in bewegingen in ruil voor kracht) Ze kunnen amper spreken, maar communiceren via handgebaren. Ze hebben een speciaal geheugen, waardoor iets nieuw leren voor hen heel moeilijk is, maar een ouder hoeft dan ook maar een vertrouwde handeling 1 keer voor te doen, en ze hebben het al bijna onder de knie. Hun geloof is dat van de holenbeer, net als hun heel sterk. Ze vestigen zich alleen in grotten. Vrouwen worden in hun beschaving als weinig waard beschouwd, ze dienen om de jagers te behagen en kinderen te baren. De vrouwen schikken zich in hun rol zonder morren, het is gewoon zo in hun beschaving. Ze jagen met korte dikke stootsperen, bolo's en de zeldzame slinger hier en daar. Ze jagen heel persoonlijk, door het dier achterna te hollen en het dood te steken. Elke 7 jaar houden ze per "volk" (=groter gebied van neanderthalers) een stambijeenkomst. Ze hebben elk een totem die door de sjamaan gekozen wordt na meditatie. Om kinderen te baren moet de totem van de man de vrouw overwinnen.
Ze noemen zichzelf de stam van de holenbeer, waar je ze ook vind.
Homo Sapiens is het succesverhaal. Ze kunnen snel dingen bijleren, kunnen spreken en hebben een enorme creativiteit. Ze komen veel vaker voor, en zullen het overlevende ras zijn. Ze wonen meestal in grotten, maar er zijn ook al zeldzame winterverblijven in zelfgemaakte hutten. Ze hebben per volk elk jaar een zomerbijeenkomst, waar alle zaken gedaan worden. Tijdens de winter is men rustiger, maar men hoeft zich meestal geen zorgen te maken over te weinig voedsel. Ze jagen vooral met werpsperen en drijfjacht. Daarnaast hebben ze de bolo en de slinger. Hun geloof is dat van de Aardmoeder. Elk volk noemt haar anders, zoals in hun volksnaam. (bv: Zelandoniërs: Doni, de aardmoeder / Mamutiërs: Mut, de aardmoeder - ...) Ze verachten de neanderthalers, voor hun "platkoppen". Ze vinden hen een monster, een gruwel. Een mengeling tussen mens en dier. Homo Sapiens die met Neanderthalers kinderen baren zijn echte gruwels, uitgestotenen van de moeder. Kinderen zijn een geschenk van de aardmoeder. Er wordt met levensgezellen gewerkt, maar iedereen deelt met iedereen "de gift van de moeder" (=geslachtsgemeenschap), vooral op feesten ter ere van haar. Een vrouw tegen haar wil nemen is dan ook een zware misdaad. Daarbij is de vrouw ook heilig en magisch.
De dieren:
Er zijn oneindig veel dieren in deze tijd. Van grote kuddedieren tot eenzame rovers.
Roofdieren:
Holenleeuw (oversized leeuw ongeveer 3-5m lang)
Smilodon (heel erg zeldzaam, de sabeltandtijger)
Wolf (ongeveer overal)
Veelvraat (kunnen een vreselijke stank produceren met speciale klieren. Heel venijnige beestjes, schrikken zelfs niet weg om wolven aan te vallen om diens prooi te stelen)
Marters (venijnige kleine jagertjes, redelijk ongevaarlijk)
Herbivoren:
Mamoeten
Rendieren (hebebn liefst geen sneeuw, ze kunnen er niet op lopen met hun hoeven, blijven met hun kollosale geweien ook weg uit bossen)
bizons
oerossen
paarden (zelfde als herten)
elanden (blijven graag in moerassen)
wolharige neushoorns (heel gevaarlijk, ze zijn snel boos en heel snel voor hun log uiterlijk)
Onagers (mengeling tussen ezel en paard)
enzovoorts...
Verder:
De natuur is je grootste vijand. Je kan bevriezen, verhongeren, opgegeten worden, ziek worden, sterven in een aardbeving, ....
Alle mensen werken dan ook meestal samen, geweld onderling is een gruweldaad. Soms ontstaat er oorlog, maar dat is extreem zeldzaam.
Wij gaan het in het bijzonder over Europa hebben. Afrika is ongeveer zoals het nu nog steeds is, maar dan met andere dieren etc. Europa is veel interessanter door het klimaat.
De wereld:
-Het is de laatste ijstijd, half Europa (het Noorden dus) ligt onder een kilometerdikke gletsjer, net als het grootste deel van alle gebergtes in het Noorden.
-Door de gletsjer, die steeds verschuift en zich verplaatst, letterlijk een rivier van ijs, schuurt het gesteente eronder af. Hierdoor ontstaan er nieuwe soorten gebieden.
-Er zijn vooral steppes van gras, en löss steppes. Löss is tot stof vermalen gesteente door de gletsjers, en door de wind over hele vlaktes verspreidt.
-Er zijn weinig bossen, waardoor er heel veel grotere diersoorten zijn.
-Tijdens de winter ligt er praktisch overal sneeuw. Iedereen blijft dan binnen in de grotten of vroege nederzettingen. Alleen op de noordelijke löss steppen komt er zelden sneeuw. Veel hoefdieren of dieren die niet in sneeuw kunnen leven komen 's winters naar de löss steppen.
De bewoners:
-Er zijn 2 soorten mensen:
Neanderthalers en Homo Sapiens.
Neanderthalers zijn veel steviger gebouwd, hebben gebogen knieën, een ietwat voorovergebogen bouw, heel sterk, maar kunnen hun armen niet helemaal ronddraaiden (belemmering in bewegingen in ruil voor kracht) Ze kunnen amper spreken, maar communiceren via handgebaren. Ze hebben een speciaal geheugen, waardoor iets nieuw leren voor hen heel moeilijk is, maar een ouder hoeft dan ook maar een vertrouwde handeling 1 keer voor te doen, en ze hebben het al bijna onder de knie. Hun geloof is dat van de holenbeer, net als hun heel sterk. Ze vestigen zich alleen in grotten. Vrouwen worden in hun beschaving als weinig waard beschouwd, ze dienen om de jagers te behagen en kinderen te baren. De vrouwen schikken zich in hun rol zonder morren, het is gewoon zo in hun beschaving. Ze jagen met korte dikke stootsperen, bolo's en de zeldzame slinger hier en daar. Ze jagen heel persoonlijk, door het dier achterna te hollen en het dood te steken. Elke 7 jaar houden ze per "volk" (=groter gebied van neanderthalers) een stambijeenkomst. Ze hebben elk een totem die door de sjamaan gekozen wordt na meditatie. Om kinderen te baren moet de totem van de man de vrouw overwinnen.
Ze noemen zichzelf de stam van de holenbeer, waar je ze ook vind.
Homo Sapiens is het succesverhaal. Ze kunnen snel dingen bijleren, kunnen spreken en hebben een enorme creativiteit. Ze komen veel vaker voor, en zullen het overlevende ras zijn. Ze wonen meestal in grotten, maar er zijn ook al zeldzame winterverblijven in zelfgemaakte hutten. Ze hebben per volk elk jaar een zomerbijeenkomst, waar alle zaken gedaan worden. Tijdens de winter is men rustiger, maar men hoeft zich meestal geen zorgen te maken over te weinig voedsel. Ze jagen vooral met werpsperen en drijfjacht. Daarnaast hebben ze de bolo en de slinger. Hun geloof is dat van de Aardmoeder. Elk volk noemt haar anders, zoals in hun volksnaam. (bv: Zelandoniërs: Doni, de aardmoeder / Mamutiërs: Mut, de aardmoeder - ...) Ze verachten de neanderthalers, voor hun "platkoppen". Ze vinden hen een monster, een gruwel. Een mengeling tussen mens en dier. Homo Sapiens die met Neanderthalers kinderen baren zijn echte gruwels, uitgestotenen van de moeder. Kinderen zijn een geschenk van de aardmoeder. Er wordt met levensgezellen gewerkt, maar iedereen deelt met iedereen "de gift van de moeder" (=geslachtsgemeenschap), vooral op feesten ter ere van haar. Een vrouw tegen haar wil nemen is dan ook een zware misdaad. Daarbij is de vrouw ook heilig en magisch.
De dieren:
Er zijn oneindig veel dieren in deze tijd. Van grote kuddedieren tot eenzame rovers.
Roofdieren:
Holenleeuw (oversized leeuw ongeveer 3-5m lang)
Smilodon (heel erg zeldzaam, de sabeltandtijger)
Wolf (ongeveer overal)
Veelvraat (kunnen een vreselijke stank produceren met speciale klieren. Heel venijnige beestjes, schrikken zelfs niet weg om wolven aan te vallen om diens prooi te stelen)
Marters (venijnige kleine jagertjes, redelijk ongevaarlijk)
Herbivoren:
Mamoeten
Rendieren (hebebn liefst geen sneeuw, ze kunnen er niet op lopen met hun hoeven, blijven met hun kollosale geweien ook weg uit bossen)
bizons
oerossen
paarden (zelfde als herten)
elanden (blijven graag in moerassen)
wolharige neushoorns (heel gevaarlijk, ze zijn snel boos en heel snel voor hun log uiterlijk)
Onagers (mengeling tussen ezel en paard)
enzovoorts...
Verder:
De natuur is je grootste vijand. Je kan bevriezen, verhongeren, opgegeten worden, ziek worden, sterven in een aardbeving, ....
Alle mensen werken dan ook meestal samen, geweld onderling is een gruweldaad. Soms ontstaat er oorlog, maar dat is extreem zeldzaam.
Ras:
Naam:
Leeftijd:
Afkomst:
Status:
Jagerstalenten:
Wapens van keuze:
Talenten:
Uiterlijk:
Karakter:
Informatie:
Naam:
Leeftijd:
Afkomst:
Status:
Jagerstalenten:
Wapens van keuze:
Talenten:
Uiterlijk:
Karakter:
Informatie:
![[1steIvN] Polskabeer](/data/avatars/s/515/515567.jpg?1588284278){kind=avatar}
