Gerontis the cunning
Master Knight
''Verdomme. Tering weer!''
Hij keek chagrijnig om zich heen. Sinds zijn vetrek uit Renwald had was het alleen maar slecht weer geweest. Hoewel hij soms een buitje niet erg vond op zo nu en dan was hij het nu echter zat.
Even moest hij glimlachen. Misschien kwam zijn stemming vanwege het feit dat hij nu weer in Lyon was? Meteen keek hij grimmig richting de opdoemende muren en poort. De soldaten die bij de poort iedereen controleerde keken ook niet erg vrolijk, maar Artos had zijn verhaal al klaar liggen.
Toch mocht hij na een kort inspectie door en werd niet echt lastig gevallen. Toen hij rondkeek kwam de verlangen om meteen de gouverneur op te zoeken. Zijn verstand zei dat het handiger zou zijn als hij zijn paard wat rust zou gunnen en dat de kans om te slagen groter werd als hij rustig afwoog hoe hij het beste kon doen en wanneer. Toch bleef de verlangen om bloed te vergieten aan hem knagen. Om zijn verlangen wat te dempen begon hij al te fantaseren over hoe hij zich zou storten op de klootzak.
Hij zag een herberg en nadat hij had overhandelt over de prijs van een kamer en ruimte om zijn paard te stallen ging hij rustig rond lopen. Het beste was om de stad beter te leren kennen. Even stopte hij en dacht na. Hij zou naar routes moeten kijken om snel de stad uit te komen of om eventuele achtervolgers op een dwaalspoor te zetten.
Nadat hij wat rond had gelopen kwam hij een kleermakerwinkel tegen en dacht even na. Hij liep naar binnen en vertelde wat voor kleding hij wou hebben, waarop de winkelier zei dat het wel ronduit 2 dagen zou kosten. De winkelier bood een prijsje ervoor aan en Artos ging meteen akkoord en liep glimlachend de winkel uit.
Dat waren dus 2 dagen om zowel uit te vinden waar de gouverneur vaak rond hing en om de stad beter te leren kennen.
Allenbei waren het voorlopig zijn doelen. Pas als hij die twee dingen voor elkaar had, dan pas zou hij zijn belofte aan de arme dode jongen kunnen waarmaken.
Artos fluisterde zachtjes tegen de wind. ''Al zal ik zelf het niet halen. Één ding zal zeker zijn en dat is dat die klootzak het ook niet zal halen!''
Hij keek chagrijnig om zich heen. Sinds zijn vetrek uit Renwald had was het alleen maar slecht weer geweest. Hoewel hij soms een buitje niet erg vond op zo nu en dan was hij het nu echter zat.
Even moest hij glimlachen. Misschien kwam zijn stemming vanwege het feit dat hij nu weer in Lyon was? Meteen keek hij grimmig richting de opdoemende muren en poort. De soldaten die bij de poort iedereen controleerde keken ook niet erg vrolijk, maar Artos had zijn verhaal al klaar liggen.
Toch mocht hij na een kort inspectie door en werd niet echt lastig gevallen. Toen hij rondkeek kwam de verlangen om meteen de gouverneur op te zoeken. Zijn verstand zei dat het handiger zou zijn als hij zijn paard wat rust zou gunnen en dat de kans om te slagen groter werd als hij rustig afwoog hoe hij het beste kon doen en wanneer. Toch bleef de verlangen om bloed te vergieten aan hem knagen. Om zijn verlangen wat te dempen begon hij al te fantaseren over hoe hij zich zou storten op de klootzak.
Hij zag een herberg en nadat hij had overhandelt over de prijs van een kamer en ruimte om zijn paard te stallen ging hij rustig rond lopen. Het beste was om de stad beter te leren kennen. Even stopte hij en dacht na. Hij zou naar routes moeten kijken om snel de stad uit te komen of om eventuele achtervolgers op een dwaalspoor te zetten.
Nadat hij wat rond had gelopen kwam hij een kleermakerwinkel tegen en dacht even na. Hij liep naar binnen en vertelde wat voor kleding hij wou hebben, waarop de winkelier zei dat het wel ronduit 2 dagen zou kosten. De winkelier bood een prijsje ervoor aan en Artos ging meteen akkoord en liep glimlachend de winkel uit.
Dat waren dus 2 dagen om zowel uit te vinden waar de gouverneur vaak rond hing en om de stad beter te leren kennen.
Allenbei waren het voorlopig zijn doelen. Pas als hij die twee dingen voor elkaar had, dan pas zou hij zijn belofte aan de arme dode jongen kunnen waarmaken.
Artos fluisterde zachtjes tegen de wind. ''Al zal ik zelf het niet halen. Één ding zal zeker zijn en dat is dat die klootzak het ook niet zal halen!''