Hietala
Grandmaster Knight
Tijdens de valnacht, terwijl iedereen in het dorp al begon te slapen, liepen twee figuren in kapmantels naar elkaar toe. De een was eerder groter gebouwd dan de andere, die slanker en kleiner was. Normaal sloop niemand rond 's nachts, dat was taboe.
Ze spraken tegen elkaar en de grootste van hen had een fakkel vast.
Soren: Zozo, ik dacht dat je niet ging komen.
Lene: Ik ben toch overtuigd.
Soren: Goed. Het is wel een gewichtige keuze... Bijna de belangrijkste in je hele leven.
Lene: Eens ik daar ben zal ik geen levensbelangrijke keuzes meer hoeven maken.
Soren: Dan prijs ik je gelukkig. Het is de hele nacht doorrijden, heb je misschien wat te drinken bij voor jezelf onderweg?
Lene: Niet aan gedacht.
Soren nam zijn veldfles verdunde wijn van zijn riem en duwde ze zachtjes in Lene haar handen. Hij vouwde haar handen er zachtjes omheen en keek haar aan alsof ze hem niet hoefde te bedanken.
Hij wandelde toen even weg, om een minuut later terug te komen met twee paarden aan zijn hand. Eén ervan was de zijne, de andere had hij wel 'gevonden'...
Ze bestegen hun paarden, de een al iets vlotter dan de andere, en reden de nacht in...
Bij dageraad waren ze al door een gebergte aan het rijden, dat bekend stond om z'n grillige vormen. Hoge rotspilaren in alle vormen en maten en een groene flora domineerden het landschap. Het was een indrukwekkend zicht. Ze reden nog een stuk verder, tot ze een hoge rotspilaar zagen met een gebouw over heel de top gebouwd. Het leek op een soort klooster, maar dat was het nu ook. Een kleine kerkkoepel stak net uit boven de rest van het complex.
Soren: Hier is het.
Lene: En hoe geraken we nu precies naar boven?
Soren: Goede vraag...
Soren stapte van zijn paard af en floot met zijn vingers. Hij floot een tweede keer, en op dat moment kwam er een zuster, volledig gehuld in het zwart kijken. Ze knikte naar Soren, alsof ze hem kende, en ging terug weg.
Lene: En nu?
Soren: Nu gaan ze ons naar boven halen, en...
Lene: Hoe is het in een klooster?
Soren: Geen idee... dit hier blijkt een pak minder streng te zijn dan de andere kloosters hier in de buurt...
Lene: Hoe weet je dat?
Soren: Eén van de zusters hier heeft me gedoopt toen ik vijftien was.
Lene: Maar je bent toch één van die Noordse wilden?
Soren: Niet sinds mijn vader me op mijn achtste naar een Swadiaanse heer gestuurd had.
Lene: Heb je wel een thuis gehad?
Soren: 's nachts is de wijde sterrenhemel mijn thuis. Overdag is dat waar de wind nu eenmaal naartoe waait.
Op dat moment kwam er uit een bepaald gebouw van het complex een geluid alsof raderen, katrollen en touwen druk in de weer waren. Een door de begroeiing onzichtbare stalen deur opende zich, en daaruit kwam dezelfde zuster die hen opwachtte. Ze keek allesbehalve streng, ookal was ze volledig in zwart gehuld. De vrouw was ongeveer 36 jaren oud, maar nog lang niet vermoeid.
Zuster: Goeiemorgen, Soren, dat is lang geleden!
Soren: Inderdaad, zuster Iannina.
Iannina: Waarvoor kom je... jullie?
Soren: Dit meisje zou graag willen intreden in jullie klooster.
Iannina: Wel, natuurlijk kan dat! *al lachend*
Soren: Voila.
Iannina: Is ze nog maagd?
Soren: Ja... Althans, dat denk ik.
Soren kijkt Lene even doordringend aan.
Iannina: Dan stuur ik haar al naar boven en dan zullen ze dat ginder onderzoeken.
Lene aarzelde even, maar ging toen naar binnen en klom de inwendig uitgehakte trappen op helemaal naar boven. Soren wachtte even, en wilde toen vlug volgen, maar werd toen tegengehouden door de zuster, die met een soort giechelende grijns hem aankeek.
Iannina: Ehm, je weet toch dat mannen die het klooster willen binnengaan altijd het reinigingsritueel moeten ondergaan?
Soren: Eh... In dat geval blijf ik liever beneden wachten.
Iannina: *giechelt* niks daarvan...
Ze loopt even weg en komt al lachend aangehold met een emmer water, heilig water van deze bergen.
Iannina:... Je weet best dat ik je graag in je blootje zie, he? Meneer de stoere ridder.
Soren: Men zou bijna denken dat de Patriarch in Reyvadin niks meer te zeggen heeft over jullie...
Iannina: Niet zeuren... we doen ten slotte helemaal niks dat tegen de regels in gaat.
Soren: Da's waar... maar toch hebben jullie wel heel veel vrijheid, niet?
Iannina: Hoor je ons klagen?
Soren: Hmmm...
Ondertussen had Soren zijn kleren en harnas uitgedaan, behalve zijn boxershorts. (ofzoiets?)
En op het balkon van het klooster stonden twee zusters giechelend naar hem te staren. Iannina nam een flesje olijfolie en mengde de inhoud ervan met het heilig water. Dat kapte ze dan helemaal over hem heen en prevelde een kleine zegening uit.
Soren droogde zichzelf en deed zijn kleren en harnas terug aan, en zijn wapens gespte hij terug aan zijn riem. Samen met zuster Iannina beklom hij de trappen naar boven en kwam daar aan in het atrium, de tuin van het complex. Daar had je een prachtig panoramazicht op de hele omgeving. HIj keek even rond, en schrok toen hij een herkenbaar geluid hoorde: Lene holde op hem af en zij blijtjes dat ze haar hadden nagekeken maar dat ze zeker waren dat ze maagd was.
Soren glimlachte en volgde samen met haar Iannina naar de kledingsruimte, waar Lene haar kloosterhabijt zou krijgen. Na een kwartier wachten, kwamen Iannina en Lene buiten. Lene had een grijze habijt in plaats van de zwarte, want ze moest beginnen als een Novice en ongeveer twee jaar een soort testperiode ondergaan voor ze een echte zuster kon worden.
Soren: En nu?
Iannina: Nu moet ze in de kerk haar eedaflegging doen.
Soren: Als een Novice al?
Iannina: Bij ons blijft elke Novice altijd, daar zijn we zeker van.
Soren: Het zij zo.
Toen ze de kerk binnenwandelden, schrok Lene even. De kerk was volgeschilderd met prachtige iconen, en het teken van een tweekoppige arend op de vloer recht onder de koepel duidde aan dat dit geen katholieke, maar een orthodoxe kerk was.
Lene: Ik wist niet dat deze kerk orthodox was?
Soren: Oh nee?
Lene: Je was toch in Swadia opgevoed.. had je me gezegd.. dan ben je toch katholiek?
Soren: Ja... maar de vader van die heer kwam uit Vaegirus... Dat verklaart alles.
Iannina: Ik denk niet dat dat zo'n probleem is, dat je katholiek bent, Lene.
Lene: Hoezo?
Iannina: Je bent Christen, het is dus aan jou om zelf te bepalen welke stroming je volgt...
Lene: G-goed...
Iannina: Soren... Ik denk dat het nu tijd is om te vertrekken... Je was goed van dienst.
Soren: Tsja...
Iannina: Weet je... Jij bent het enige contact met de buitenwereld dat wij hebben, behalve dan de Patriarch, maar dat telt niet. Wat ik wil zeggen is, kom nog eens langs. Voor Lene. Goed?
Soren: Ik zal mijn best doen om tijdens mijn reizen niet te sterven.
Iannina: Nee, je belooft het.
Soren: Tuurlijk... Tot ziens, en doe de rest van de zusters ook mijn groeten.
Iannina: Komt in orde. Tot ziens!
Soren daalde af, en toen achter hem de stalen deur zich sloot toen hij buiten was, had hij best spijt. Maar spijt komt na de daad, en Soren moest nu gewoon verder. Hij vertrok, richting het kasteel... hij zou tegen de middag aankomen, maar nog belangrijker: zou Arya merken dat hij weg geweest was?
((oftewel, hoe je op originele wijze van een personage af geraakt zonder die dood te laten gaan xD ))
Ze spraken tegen elkaar en de grootste van hen had een fakkel vast.
Soren: Zozo, ik dacht dat je niet ging komen.
Lene: Ik ben toch overtuigd.
Soren: Goed. Het is wel een gewichtige keuze... Bijna de belangrijkste in je hele leven.
Lene: Eens ik daar ben zal ik geen levensbelangrijke keuzes meer hoeven maken.
Soren: Dan prijs ik je gelukkig. Het is de hele nacht doorrijden, heb je misschien wat te drinken bij voor jezelf onderweg?
Lene: Niet aan gedacht.
Soren nam zijn veldfles verdunde wijn van zijn riem en duwde ze zachtjes in Lene haar handen. Hij vouwde haar handen er zachtjes omheen en keek haar aan alsof ze hem niet hoefde te bedanken.
Hij wandelde toen even weg, om een minuut later terug te komen met twee paarden aan zijn hand. Eén ervan was de zijne, de andere had hij wel 'gevonden'...
Ze bestegen hun paarden, de een al iets vlotter dan de andere, en reden de nacht in...
Bij dageraad waren ze al door een gebergte aan het rijden, dat bekend stond om z'n grillige vormen. Hoge rotspilaren in alle vormen en maten en een groene flora domineerden het landschap. Het was een indrukwekkend zicht. Ze reden nog een stuk verder, tot ze een hoge rotspilaar zagen met een gebouw over heel de top gebouwd. Het leek op een soort klooster, maar dat was het nu ook. Een kleine kerkkoepel stak net uit boven de rest van het complex.
Soren: Hier is het.
Lene: En hoe geraken we nu precies naar boven?
Soren: Goede vraag...
Soren stapte van zijn paard af en floot met zijn vingers. Hij floot een tweede keer, en op dat moment kwam er een zuster, volledig gehuld in het zwart kijken. Ze knikte naar Soren, alsof ze hem kende, en ging terug weg.
Lene: En nu?
Soren: Nu gaan ze ons naar boven halen, en...
Lene: Hoe is het in een klooster?
Soren: Geen idee... dit hier blijkt een pak minder streng te zijn dan de andere kloosters hier in de buurt...
Lene: Hoe weet je dat?
Soren: Eén van de zusters hier heeft me gedoopt toen ik vijftien was.
Lene: Maar je bent toch één van die Noordse wilden?
Soren: Niet sinds mijn vader me op mijn achtste naar een Swadiaanse heer gestuurd had.
Lene: Heb je wel een thuis gehad?
Soren: 's nachts is de wijde sterrenhemel mijn thuis. Overdag is dat waar de wind nu eenmaal naartoe waait.
Op dat moment kwam er uit een bepaald gebouw van het complex een geluid alsof raderen, katrollen en touwen druk in de weer waren. Een door de begroeiing onzichtbare stalen deur opende zich, en daaruit kwam dezelfde zuster die hen opwachtte. Ze keek allesbehalve streng, ookal was ze volledig in zwart gehuld. De vrouw was ongeveer 36 jaren oud, maar nog lang niet vermoeid.
Zuster: Goeiemorgen, Soren, dat is lang geleden!
Soren: Inderdaad, zuster Iannina.
Iannina: Waarvoor kom je... jullie?
Soren: Dit meisje zou graag willen intreden in jullie klooster.
Iannina: Wel, natuurlijk kan dat! *al lachend*
Soren: Voila.
Iannina: Is ze nog maagd?
Soren: Ja... Althans, dat denk ik.
Soren kijkt Lene even doordringend aan.
Iannina: Dan stuur ik haar al naar boven en dan zullen ze dat ginder onderzoeken.
Lene aarzelde even, maar ging toen naar binnen en klom de inwendig uitgehakte trappen op helemaal naar boven. Soren wachtte even, en wilde toen vlug volgen, maar werd toen tegengehouden door de zuster, die met een soort giechelende grijns hem aankeek.
Iannina: Ehm, je weet toch dat mannen die het klooster willen binnengaan altijd het reinigingsritueel moeten ondergaan?
Soren: Eh... In dat geval blijf ik liever beneden wachten.
Iannina: *giechelt* niks daarvan...
Ze loopt even weg en komt al lachend aangehold met een emmer water, heilig water van deze bergen.
Iannina:... Je weet best dat ik je graag in je blootje zie, he? Meneer de stoere ridder.
Soren: Men zou bijna denken dat de Patriarch in Reyvadin niks meer te zeggen heeft over jullie...
Iannina: Niet zeuren... we doen ten slotte helemaal niks dat tegen de regels in gaat.
Soren: Da's waar... maar toch hebben jullie wel heel veel vrijheid, niet?
Iannina: Hoor je ons klagen?
Soren: Hmmm...
Ondertussen had Soren zijn kleren en harnas uitgedaan, behalve zijn boxershorts. (ofzoiets?)
En op het balkon van het klooster stonden twee zusters giechelend naar hem te staren. Iannina nam een flesje olijfolie en mengde de inhoud ervan met het heilig water. Dat kapte ze dan helemaal over hem heen en prevelde een kleine zegening uit.
Soren droogde zichzelf en deed zijn kleren en harnas terug aan, en zijn wapens gespte hij terug aan zijn riem. Samen met zuster Iannina beklom hij de trappen naar boven en kwam daar aan in het atrium, de tuin van het complex. Daar had je een prachtig panoramazicht op de hele omgeving. HIj keek even rond, en schrok toen hij een herkenbaar geluid hoorde: Lene holde op hem af en zij blijtjes dat ze haar hadden nagekeken maar dat ze zeker waren dat ze maagd was.
Soren glimlachte en volgde samen met haar Iannina naar de kledingsruimte, waar Lene haar kloosterhabijt zou krijgen. Na een kwartier wachten, kwamen Iannina en Lene buiten. Lene had een grijze habijt in plaats van de zwarte, want ze moest beginnen als een Novice en ongeveer twee jaar een soort testperiode ondergaan voor ze een echte zuster kon worden.
Soren: En nu?
Iannina: Nu moet ze in de kerk haar eedaflegging doen.
Soren: Als een Novice al?
Iannina: Bij ons blijft elke Novice altijd, daar zijn we zeker van.
Soren: Het zij zo.
Toen ze de kerk binnenwandelden, schrok Lene even. De kerk was volgeschilderd met prachtige iconen, en het teken van een tweekoppige arend op de vloer recht onder de koepel duidde aan dat dit geen katholieke, maar een orthodoxe kerk was.
Lene: Ik wist niet dat deze kerk orthodox was?
Soren: Oh nee?
Lene: Je was toch in Swadia opgevoed.. had je me gezegd.. dan ben je toch katholiek?
Soren: Ja... maar de vader van die heer kwam uit Vaegirus... Dat verklaart alles.
Iannina: Ik denk niet dat dat zo'n probleem is, dat je katholiek bent, Lene.
Lene: Hoezo?
Iannina: Je bent Christen, het is dus aan jou om zelf te bepalen welke stroming je volgt...
Lene: G-goed...
Iannina: Soren... Ik denk dat het nu tijd is om te vertrekken... Je was goed van dienst.
Soren: Tsja...
Iannina: Weet je... Jij bent het enige contact met de buitenwereld dat wij hebben, behalve dan de Patriarch, maar dat telt niet. Wat ik wil zeggen is, kom nog eens langs. Voor Lene. Goed?
Soren: Ik zal mijn best doen om tijdens mijn reizen niet te sterven.
Iannina: Nee, je belooft het.
Soren: Tuurlijk... Tot ziens, en doe de rest van de zusters ook mijn groeten.
Iannina: Komt in orde. Tot ziens!
Soren daalde af, en toen achter hem de stalen deur zich sloot toen hij buiten was, had hij best spijt. Maar spijt komt na de daad, en Soren moest nu gewoon verder. Hij vertrok, richting het kasteel... hij zou tegen de middag aankomen, maar nog belangrijker: zou Arya merken dat hij weg geweest was?
((oftewel, hoe je op originele wijze van een personage af geraakt zonder die dood te laten gaan xD ))